Heel veel nadelen aan een luxe jacht, maar scheepsmaatje Anna maakt een hoop goed

Een jacht bezitten klinkt als de ultieme droom. Zonnetje, open zee, drankje in de hand en niemand die je lastigvalt. Maar voordat je je hele cryptoportefeuille of je erfenis inruilt voor een glimmende boot van een metertje of 30: even een reality check. Want de nadelen van een jacht bezitten zijn vaak net zo groot als het jacht zelf.

Laten we beginnen bij de kosten. Een jacht kopen is al duur, maar dat is pas het begin. De echte pijn zit ’m in wat er daarna komt. Denk aan onderhoud, brandstof, verzekering en de ligplaats. Voor een beetje jacht ben je makkelijk tonnen per jaar kwijt.

Nog een nadeel: zo’n jacht is meer gedoe dan je schoonmoeder op een verjaardag. Een jacht is niet iets dat je gewoon "even" gebruikt. Zelfs als je er niet mee vaart, moet het onderhouden worden. Motoren, elektronica, rompreparaties… Alles moet tiptop in orde zijn, want een defect midden op zee is geen pretje.

En dan als laatste: leuk, zo’n vaartuig voor je Instagram. Maar heel eerlijk: hoe vaak gebruik je zo’n ding nou echt? Je vaart er een keer mee naar Ibiza, pakt een Formule 1-race mee in Monaco en misschien even een pastaatje scoren in Marina di Portofino, maar daarna ben je wel redelijk uitgekeken op je drijvende juweeltje.

En dan toch… Er is ook een reden om wél te gaan voor zo’n geldverslindend stukje speelgoed. Je kunt misschien Anna aannemen. Maakt een hoop goed, deze zogenaamde “yachtie” met ervaring.