Handballers bereiken historische tiende plaats na spannend gevecht tegen Kroatië

Het zat eens een keertje mee in het corona-klassement. Oranje kreeg voor de zevende wedstrijd in twee weken tijd vier spelers terug in de selectie. Met of zonder de lengte en kilo's van Samir Benghanem en Iso Sluijters in de dekking, dat scheelde nogal. Met Jeffrey Boomhouwer en Rutger ten Velde waren tegelijkertijd twee linkerhoekspelers ongeschonden door de test gekomen. Dat was maar goed ook, want Tommie Falke was gisteren als twaalfde speler van de selectie positief getest op het gehate virus.

Met een grotere groep kon het team van tijdelijk coach Edwin Kippers er een echte wedstrijd van maken tegen Kroatië, een ploeg met bijna louter grote en niet al te beweeglijke beren op het parket. Tom Jansen, de Nederlandse Duitser van TV Grosswallstadt, speelde als vervanger van topscorer Kay Smits een sterke rol (5 doelpunten). 

En ook al was spelmaker Luc Steins niet topfit, de Limburgse strateeg stuurde zijn team aan tegen de Kroatische ploeg, die de laatste jaren vrijwel constant de halve finale haalde bij het EK. In de hectische slotfase zorgde Steins met zijn zesde treffer van het duel nog voor een gelijkspel.

Eerder op de dag speelde IJsland het team uit Montenegro aan gruzelementen (34-24), waardoor Oranje het zicht op de extra wedstrijd om de vijfde plaats - en een ticket voor het WK 2023 in Polen en Zweden - verspeelde. De herkansing volgt in april, als Nederland in een dubbele wedstrijd het startbewijs voor dat kampioenschap binnen kan halen. Dat zou de eerste WK-deelname worden sinds 1961.

Na het succes van Boedapest was teammanager Erik Zwakman de man in het middelpunt. Hij moet ervoor zorgen dat iedereen veilig thuis komt en de ‘positivo's’ die noodgedwongen in de Hongaarse hoofdstad achterblijven goed worden begeleid. Ook wat dat betreft was het een EK dat nog lang in het geheugen zal blijven hangen.