Samengevat
De A1 is LG's instapmodel-oledtelevisie. Hij biedt veel waar voor z'n geld vanwege de erg goede beeldeigenschappen en het welbekende hoge contrast van oled. De inputlag is laag en dus is het een prima game-tv. De A1 heeft echter geen HDMI 2.1, waardoor de maximale framerate op 60fps blijft steken. Ook is er geen ondersteuning voor variabele framerates. Daarnaast is het geluid niet indrukwekkend. Wel biedt dit model een zeer goede prijs-prestatieverhouding, waardoor het voor velen zeker een aanrader is.
Pluspunten
Zeer goed contrast Goede kijkhoeken Lage inputlag
Minpunten
Geen HDMI 2.1 Geluidskwaliteit niet bijzonder Geen Atmos en DTS Lage piekhelderheid in hdr
De oledtelevisies uit de C-serie van LG zijn al jaren bovenaan te vinden in het lijstje meest bekeken tv's in onze Pricewatch. Dat is niet gek, want deze modellen hebben over het algemeen een zeer goede beeldkwaliteit, bieden een prima geluidskwaliteit en hebben een strak design. Hoewel de prijzen van oledtelevisies jaar op jaar een daling laten zien, is de C-serie nog steeds geen goedkope tv. Om oled voor een groter publiek bereikbaar te maken, heeft LG de A1 geïntroduceerd. Dit is het oled-instapmodel dat gebruikmaakt van hetzelfde beeldpaneel als z'n grote broer, waardoor de beeldkwaliteit zeer vergelijkbaar is.
Om de kosten te drukken, heeft LG wel moeten besparen op de rest van de televisie en dat zien we terug in de specificaties. Zo kan de A1 maximaal 60fps weergeven en is er geen ondersteuning voor variabele framerates. Er is dan ook geen HDMI 2.1 aanwezig aangezien HDMI 2.0 toereikend is om 4k-beelden met 60fps weer te geven. Fanatieke gamers zullen om deze reden waarschijnlijk een voorkeur hebben voor de C1, al is het natuurlijk helemaal geen straf om te spelen op een 4k-oled met 60fps en hdr. Net als de duurdere modellen draait de A1 op webOS en ook krijg je dezelfde Magic Remote meegeleverd, voorzien van een handig scrollwieltje, bewegingsdetectie en een microfoon.
De A1 wordt geleverd in de schermmaten 48, 55, 65 en 77 inch. De kleinste maat was op het moment van schrijven verkrijgbaar vanaf zo'n 750 euro. De 55"-versie, het model dat wij hebben getest, was voor dezelfde prijs beschikbaar. Het 65"-model moest 1150 euro opbrengen en de 77"-maat kostte zo'n 2500 euro.
Uiterlijk
Doordat de A1 van hetzelfde scherm gebruikmaakt als de C1, zijn de gelijkenissen groot. Rond het scherm zit exact dezelfde metalen, zwart afgewerkte rand. Midden onder het scherm is dezelfde uitstulping te zien waarin de omgevingslichtsensor, infraroodontvanger en powerled zijn ondergebracht. Bij muurmontage valt er dan ook geen enkel verschil te zien tussen de A1 en de duurdere C1.
Het enige zichtbare verschil, aan de voorkant, zit hem in de voeten. De C1 staat op een brede centrale voet en de A1 heeft twee pootjes aan beide zijden van het scherm. Die zijn gemaakt van plastic. Hoewel ze wat goedkoper zijn om te maken, hebben ze nog altijd een nette uitstraling doordat ze met geborsteld metaal zijn afgewerkt. Het grootste nadeel van de losse pootjes is dat het lastig is om de kabels netjes uit het zicht weg te werken.
Aansluitingen
Net als bij de andere televisies van LG zit het netsnoer van de A1 vast en bovendien is het slechts anderhalve meter lang. Dat kan erg onhandig zijn als je de tv aan de muur wilt bevestigen. Bij muurmontage zijn ook de aansluitingen die recht naar achteren zijn gemonteerd, lastig te bereiken. Vooral de 3,5mm-koptelefoonaansluiting, die ook dienst kan doen als analoge audio-uitgang, zit op een onhandige plaats. Je kunt ook gebruikmaken van een bluetoothkoptelefoon, maar bij het gamen is een bedrade koptelefoon te prefereren, omdat die geen lag heeft.
Verder zitten achterop de aansluitingen voor satelliet, kabel, netwerk en een Toslink-digitale audio-uitgang. Ook zit een van de drie HDMI 2.0-aansluitingen achterop. Dit is de enige die voorzien is van een (enhanced) audio return channel. Aan de zijkant zit het slot voor een CI+-module, de twee overige HDMI 2.0-aansluitingen en twee USB-aansluitingen.
WebOS, afstandsbediening en beeldeigenschappen
De A1 draait op exact hetzelfde besturingssysteem als de duurdere C1. Ook krijg je precies dezelfde afstandsbediening meegeleverd. Hiervoor verwijzen we je dus naar de review van de C1. Omdat gebruik is gemaakt van een identiek beeldpaneel, zijn ook de beeldeigenschappen gelijk. Zoals altijd bij oledtelevisies zijn de beeldeigenschappen erg goed. Hierover lees je meer op deze pagina.
Gameprestaties
Zoals gezegd beschikt de A1 niet over HDMI 2.1-ingangen en dus bedraagt de maximale framerate 60fps. Evenmin is er ondersteuning voor variabele framerates. De duurdere C1 beschikt wel over HDMI 2.1 en is dus een betere keuze voor fanatieke gamers. Dat neemt niet weg dat de A1 alsnog een zeer prettige televisie is om op te gamen, want er is ondersteuning voor hdr en bovendien is de inputlag erg laag, met zo'n 10ms in zowel 1080p60 als 2160p60. Ook is chroma-subsampling volledig uit te schakelen door op de instellingenknop te drukken en te navigeren naar Alle instellingen > Algemeen > Apparaten > HDMI-instellingen > HDMI Deep Colour. Daar kun je voor 'optie 4K' kiezen en krijg je de volledige kleurresolutie te zien.
Energiegebruik
Per 1 maart van dit jaar zijn er nieuwe energielabels voor televisies en andere huishoudelijke apparaten, zoals koelkasten en stofzuigers. Om de fabrikanten aan te moedigen om almaar zuinigere apparaten te ontwerpen, zijn de regels flink aangescherpt. Dit heeft tot gevolg dat zo goed als alle televisies dit jaar energielabel G dragen. Daarmee is de letter op het energielabel, op dit moment, een minder handig hulpmiddel om een energiezuinige televisie uit te kiezen. Als het goed is, komt daar in de toekomst verandering in, als het verbruik van televisies verder wordt teruggedrongen. Meer over dit onderwerp lees je in dit artikel.
Ook de LG A1 draagt dus energielabel G, maar ondanks de rode kleur op het label verbruikt dit model niet veel meer dan andere televisies met dezelfde beeldmaat. Ons 55"-testmodel verbruikt in de standaardmodus zo'n 128W gemiddeld, waarbij het scherm ongeveer 226cd/m² aan helderheid produceert. Als we het scherm afstellen op 250cd/m², stijgt het verbruik naar 141W. Bij 120cd/m², een helderheid die 's avonds bij weinig omgevingslicht nog een goed beeld oplevert, daalt het gemiddeld opgenomen vermogen naar 84W. Als je de A1 in de bioscoopmodus zet, de stand waarbij je de beste beeldkwaliteit te zien krijgt, loopt het verbruik op naar gemiddeld 114W, waarbij het scherm een helderheid van 185cd/m² heeft. De A1 is voorzien van een omgevingslichtsensor, waarmee je de helderheid van het scherm automatisch aan het omgevingslicht kunt laten aanpassen. Zo krijg je altijd een prima beeld en gebruikt de tv niet onnodig veel energie.
Geluid
LG heeft duidelijk bezuinigd op het geluid van de A1. Waar de C1 een opgegeven totaalvermogen van 40W heeft, moet de A1 het doen met 20W verdeeld over twee luidsprekers. Deze zitten in de onderkant van de behuizing en stralen het geluid naar beneden uit. Bij de C1 zorgt de brede voet ervoor dat het geluid naar voren, dus richting je oren, wordt weerkaatst. Doordat de A1 is voorzien van losse pootjes, wordt het geluid dus via het meubel waarop de tv is geplaatst, omhoog gekaatst om vervolgens via een aantal reflecties bij je oren aan te komen.
Het gevolg hiervan is dat het stereobeeld beduidend minder mooi is en bovendien zijn stemmen hierdoor wat minder duidelijk te verstaan. Het lagere vermogen uit zich in een niet al te hoog maximaal volume en bovendien is de laagweergave mager. Bij het luisteren naar muziek, films en series maakt het luidsprekersysteem niet veel indruk. Het is goed genoeg voor normaal televisiekijken, maar voor wat meer beleving kun je beter kiezen voor de duurdere C1 of een extern audiosysteem.
LG heeft twee jaar geleden besloten om licentiekosten te besparen en liet de ondersteuning voor DTS-geluid vervallen. Samsung en Panasonic waren al eerder gestopt met DTS-geluid. Daarnaast ontbreekt op dit instapmodel de ondersteuning voor Dolby Atmos-geluid. Dat is wat ons betreft geen groot gemis, want Dolby Atmos komt pas echt goed tot z'n recht bij een audiosysteem met veel separate kanalen. Op televisies met slechts twee kanalen voegt het naar ons idee niet veel toe.
Beeldverwerking
De A1 is voorzien van LG's α7 Gen 4 AI-processor. Dat is een stapje onder de α9-processor die in de C9 terug te vinden is. Deze verwerkt de beelden met maximaal 60fps en dat betekent dat je, ten opzichte van de duurdere modellen, het zonder black frame insertion moet doen. De functie, door LG 'OLED Motion' genoemd, levert een scherpere weergave van beweging op door tussen de bestaande beelden kortstondig zwart weer te geven. Hierdoor ontstaat er minder bewegingsonscherpte op je netvlies. Helaas levert dit een duidelijk donkerder beeld op. Bovendien zie je het duidelijk knipperen, waardoor weinig mensen deze feature zullen missen.
Verder zijn alle gebruikelijke snufjes aanwezig waarmee het beeld 'verbeterd' kan worden, zoals ruisonderdrukkers, contrastverbeteraars en verscherpingsalgoritmen. Zoals altijd raden we aan om al deze 'beeldverbeteraars' uit te schakelen, omdat ze naast de bedoelde veranderingen ook negatieve invloed op het beeld hebben en het beeld er bovendien anders uit laten zien dan het bedoeld is.
Metingen
Het contrast hoeven we bij oledtelevisies niet te meten, want door de perfecte zwartweergave komt dit altijd uit op ∞:1, oftewel oneindig groot. Om dit enorme contrast in z'n volle glorie te kunnen zien, is het overigens wel nodig om in een donkere kamer te kijken; anders doen reflecties in beeld afbreuk aan de zwartweergave. We hebben de kleurweergave gemeten met onze SpectraCal C6-colorimeter, die we in Calman hebben voorzien van een meterprofiel door middel van een X-Rite i1Pro 2-spectrometer.
De preset met de beste kleurweergave is Bioscoop. We zien bij de grijstintenmeting dat de gemiddelde afwijking uitkomt op een ΔΕ2000 van 3, waardoor de afwijkingen met het blote oog net zichtbaar beginnen te worden. De wat verzadigdere kleuren meten we aan de hand van de kleuren van de ColorChecker-kaart, die sinds jaar en dag in de fotografie wordt gebruikt om de kleurweergave te controleren. We zien een keurige gemiddelde ΔΕ2000 van 2,2, waardoor de afwijkingen met je eigen ogen eigenlijk niet zichtbaar zijn.
Hdr
Wat hdr-formaten betreft is er ondersteuning voor Dolby Vision, Hybrid Log-Gamma en HDR10. Er is dus geen ondersteuning voor HDR10+, een uitbreiding van HDR10 die dynamische metadata toevoegt en die voornamelijk bij Amazon Prime Video is te vinden. Dat is natuurlijk jammer, maar geen onoverkomelijk probleem, aangezien alle HDR10+-content ook prima zonder de dynamische metadata kan worden weergegeven. LG probeert hiervoor te compenseren door HDR10 Pro toe te voegen, een feature die het effect van dynamische metadata moet nabootsen. Wij hadden natuurlijk liever gewoon ondersteuning van HDR10+ gezien.
Ook bij het weergeven van hdr-beelden levert de preset Bioscoop de beste resultaten op. Helaas valt bij de A1 de piekhelderheid bij hdr-weergave een beetje tegen.
Bij een volledig wit scherm word slechts een helderheid van 112cd/m² gehaald. Gek genoeg haalt de A1 bij het weergeven van sdr-beelden een hogere piekhelderheid bij een honderd procent wit scherm. Als er een kleiner wit vlak op een zwarte achtergrond wordt weergegeven, is een hogere piekhelderheid mogelijk van 458cd/m²; nog altijd flink minder dan alle andere oledtelevisies. In de stand Dynamisch maten we pieken tot 657cd/m², maar doordat het beeld in die stand veel te blauw wordt weergegeven, vinden we dat geen verbetering.
LG maakt voor de A1 gebruik van hetzelfde beeldpaneel als voor de duurdere C1, die een stuk helderder beeld produceert. We hebben dan ook het idee dat de lagere helderheid van de A1 puur een softwarematige beperking is. Zeker ook omdat een volledig wit scherm bij sdr-weergave helderder kan zijn. Hiermee wordt de A1 duidelijk onder de C1 gepositioneerd en bovendien levert het een lager hdr-verbruik op het energielabel op. Het is overigens ook goed mogelijk dat er door de helderheidsbeperking een lichtere en dus goedkopere voeding kon worden gebruikt. In een volledig donkere kamer ziet hdr er op de A1 nog altijd erg mooi uit, beter dan bij verreweg de meeste lcd-tv's, maar bij wat meer omgevingslicht weet de hdr-weergave toch duidelijk minder indruk te maken.
Bij het weergeven moeten hdr-beeldschermen helderheidspieken die boven het maximaal mogelijke liggen, afkappen en weergeven met de piekhelderheid van het scherm zelf. Daarbij gaan er dus details in de hooglichten verloren. Om wat meer detail in de helderste delen van het scherm te behouden, passen de televisiefabrikanten een bepaalde mate van roll-off toe bij het knikpunt in de electro-optical transfer function. Dat is de functie, vergelijkbaar met gamma bij sdr-beelden, die bepaalt hoe fel een bepaalde signaalwaarde daadwerkelijk moet worden weergegeven.
De roll-off die LG bij de A1 toepast, is goed te zien op de grafiek rechtsonder, waarbij er een ronde 'knie' bij het kantelpunt is te zien. Ook zie je het kantelpunt goed terug in de middelste grafiek. Desondanks liggen de gemeten kleurafwijkingen gemiddeld onder een ΔΕICtCp van 2, waardoor ze met het blote oog nauwelijks waarneembaar zijn. In de bovenste grafiek zie je de afwijkingen waarbij de helderheidsfout buiten beschouwing is gelaten. Hierdoor hebben de kleurafwijkingen een zeer nette gemiddelde ΔΕICtCp van 1,2. Door de schaal van de grafiek lijken de afwijkingen overigens een stuk groter dan ze in werkelijkheid zijn. LG stelt de A1's dus zeer nauwkeurig af in de fabriek.
Conclusie
De LG A1 is de goedkoopste oledtelevisie van dit moment en dat feit alleen al maakt hem interessant. Je levert zeker wat in ten opzichte van duurdere modellen zoals de C1, maar de punten waarop is bezuinigd, zijn naar ons idee goed gekozen. Hierdoor is deze tv voor een grote groep mensen interessant. De bediening doet niet onder voor die van de andere oledmodellen van LG. De tv draait op hetzelfde besturingssysteem, webOS, en je krijgt dezelfde prettige Magic Remote meegeleverd.
De beeldkwaliteit is, zoals je van een oled-tv mag verwachten, erg goed en bovendien is de tv netjes afgesteld in de fabriek. Wel is bezuinigd op de beeldverwerking. Dat betekent er geen HDMI 2.1 beschikbaar is en dat de framerate is beperkt tot maximaal 60fps. De fanatiekste gamers zullen de vookeur hebben voor de C1, omdat deze tv maximaal 120fps kan weergeven en wel variabele framerates ondersteunt. Toch is het prettig gamen op de A1 vanwege de erg lage inputlag en de ondersteuning voor hdr.
Wat geluid betreft is de A1 geen uitblinker, maar voor normaal televisiekijken volstaat het audiosysteem. Bovendien is het uiteraard altijd mogelijk om een soundbar of AV-receiver aan te sluiten. Wel is het jammer dat er geen ondersteuning voor DTS-geluid is. Ook ontbreekt Dolby Atmos-geluid, maar dat voegt op de meeste televisies met slechts twee kanalen niet veel toe.
De hdr-weergave is dankzij de perfecte zwartweergave en het hoge contrast schitterend. Wel is de piekhelderheid lager dan bij andere oledtelevisies. Het is dus zaak in een relatief donkere kamer naar hdr te kijken, anders is het beeld wat minder indrukwekkend. De A1 biedt duidelijk minder dan andere oledtelevisies, maar daar is de prijs dan ook naar. Wij denken dat LG de juiste compromissen heeft gemaakt om dit model betaalbaarder te maken, waardoor we het alsnog veel waar voor z'n geld vinden bieden.