Direct naar artikelinhoud
AnalyseGroene energie

Eneco dingt niet mee naar de bouw van een nieuw Nederlands windpark: heeft groene stroom zijn beste tijd gehad?

Eneco dingt niet mee naar de bouw van een nieuw Nederlands windpark: heeft groene stroom zijn beste tijd gehad?
Beeld Belga

De windenergiesector zit in zwaar weer. Zowel in Nederland als Engeland haken investeerders af. Net nu heeft de federale regering de voorwaarden voor een nieuw offshorepark aan de Belgische kust vastgelegd. Hoe krijgt ons land de windmolens wel gebouwd?

Was windenergie samen met zonne-energie niet de toekomst om tegen 2035 volledig CO2-vrij zijn? Net nu lijkt de machine te stokken. In Nederland haakte Eneco, een van de grootste spelers in offshore windparken donderdag af voor een nieuwe concessie in de Noordzee. In Engeland was er in september vorig jaar zelfs geen enkele kandidaat om windmolens te bouwen. En dat net op het moment dat België de voorwaarden voor een van een windmolenpark op de Noordzee bekendmaakte. Dreigen er ook in ons land problemen, of loopt het zo’n vaart niet?

De rendabiliteit van zulke installaties is een probleem, zo geeft Eneco in Nederland aan. De energiereus was in Nederland aanvankelijk geïnteresseerd om een windpark van 4 gigawatt te installeren in Noordzee, maar dingt dus niet langer mee voor de concessie. “Door verslechterde marktomstandigheden is de huidige aanpak van wind op zee niet toekomstbestendig. Deze omstandigheden omvatten onder andere de hoge rente, hoge materiaalkosten en een onzekere elektriciteitsmarkt”, klonk het in een persbericht.

“Het is over het algemeen zo in Europa en de rest van de wereld dat de windindustrie momenteel met een aantal problemen geconfronteerd wordt”, zegt docent energie en klimaat Mathieu Blondeel (Vrije Universiteit Amsterdam). “Naast de strenge wetgeving zijn er ook de hogere kosten om kapitaal op te halen door de gestegen rente – zulke projecten kosten nu eenmaal handenvol geld. Ontwikkelaars zoals Eneco, Orsted of Siemens zitten niet op bergen cash en moeten gaan lenen. Maar ook zijn er de gestegen loon- en materiaalkosten door de inflatie. Ik zou het geen malaise noemen, maar er zijn wel een aantal projecten, onder andere ook in de Verenigde Staten, die on hold zijn gezet.”

Prijsgarantie

Heel specifiek voor de Nederlandse situatie is dat er in de concessie geen prijsgarantie zit door de overheid. “Zeker in deze turbulente tijden is het voor ontwikkelaars zeer moeilijk om te voorzien hoe de prijzen zullen evolueren”, legt Alex Polfliet uit, adviseur bij AYA, een netwerk van onafhankelijke energie-experts. “Er waren de afgelopen jaren enorme schommelingen en dat brengt veel onzekerheid met zich mee. Via een zogenaamd tweezijdig contract for difference kan hier een mouw aan gepast worden. De overheid past dan bij als de elektriciteitsprijzen onder dat tarief zakken, de ontwikkelaars laten de overheid delen in de winst als de prijzen te hoog zouden oplopen.”

Dat is het model dat België hanteert. De prijsgarantie voor het nieuwe windmolenpark is vastgelegd op maximaal 95 euro per megawattuur, blijkt uit het koninklijk besluit. “Dat is zeker voldoende hoog”, zegt Polfliet. “Ik denk dat er wel kandidaten zullen zijn die het zelfs voor een prijsgarantie van 90 euro kunnen doen.”

Dat zou dan een meevaller zijn voor de Belgische overheid. Als de prijsgarantie lager ligt, zal de overheid minder snel moeten bijpassen bij lage elektriciteitsprijzen. “Het concept van de tender is gemaakt om zoveel mogelijk kandidaten aan te trekken aan de laagst mogelijke prijs. We gaan er dan ook van uit dat er zich voldoende ontwikkelaars aandienen”, zegt Stephanie Maquoi, woordvoerder van minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen). “Het belangrijkste criterium is de prijs. We hebben onze maximumprijs vastgelegd op basis van verschillende studies, waarbij we vooral naar Engeland gekeken hebben. Daar lag de prijsgarantie veel te laag (51 euro, dt)en is er geen kandidaat gevonden. Het is ook een kans voor ons land. We hebben hier veel bedrijven die pioniers zijn in de energiesector.”

Vanuit het buitenland is er alvast veel interesse voor de Belgische tender, ook van Eneco. “We zijn zeker kandidaat voor het offshorepark in België”, zegt Miguel de Schaetzen, CEO van Eneco Wind Belgium. “Hier zijn de voorwaarden veel gunstiger dan in Nederland, waar alle risico’s bij de ontwikkelaars worden gelegd. Ook het feit dat 50 procent van de opgewekte energie aan de industrie kan verkocht worden, is een groot pluspunt. Voor de ontwikkelaars én de maatschappij. Zo zijn de ontwikkelaars voor 20 jaar verzekerd van een vast tarief en is het risico enigszins afgedekt.” Bij onze noorderburen pleit Eneco expliciet voor een wijziging van de concessie. Niet alleen is er daar geen prijsgarantie, maar ook moet er betaald worden voor de kavels die gebruikt zullen worden. Dat is België niet het geval.

Logistieke moeilijkheden

Toch zijn er ook in ons land de nodige obstakels om de windparken tijdig klaar te krijgen. “Dat gaat dan vooral om logistieke moeilijkheden”, zegt Polfliet. “Er zijn bijvoorbeeld wereldwijd slechts een beperkt aantal kranen beschikbaar die hiervoor geschikt zijn. En de baggeraars hebben ook wel een vol orderboekje, nu er in de hele wereld windmolens worden gebouwd. Dat weegt op de prijzen. Wie het meest betaalt, zal het snelst bediend worden.”

Als ontwikkelaars de termijnen niet naleven, riskeren ze zware boetes. “Dat is het minpunt van het Belgische verhaal”, zegt de Schaetzen van Eneco. “We zouden binnen een termijn van 48 maanden moeten gaan bouwen. In de huidige omstandigheden is dat best krap. Het is een extra risico dat we in kaart moeten brengen.”