Het smelten van de poolkappen zorgt voor extra water in de oceanen. Die watermassa verplaatst zich over de aarde en heeft een kleine invloed op de draaiing van de aarde. Dat heeft op zijn beurt weer invloed op de tijdmeting op aarde, aangezien één draai gelijkstaat aan één dag.
Je zou kunnen denken dat dit proces een probleem geeft dat opgelost moet worden. Maar de vertraging kan juist een ander probleem van onze wereldklok oplossen.
Er zijn namelijk meer factoren die de draaisnelheid van de aarde beïnvloeden. Zo is de aarde de afgelopen jaren sneller om haar as gaan draaien door veranderingen in de vloeibare aardkern.
Doordat de aarde sneller is gaan draaien, duurt een rondje om haar as nu milliseconden korter dan een dag op onze klok. Zo is in 2022 de snelste rotatie van de aarde ooit gemeten.
Daarom overwegen wetenschappers een negatieve schrikkelseconde in te voeren. Dat houdt in dat er een seconde wordt overgeslagen. Volgens de wetenschappers zou dat in 2026 moeten gebeuren.
Maar nu de smeltende ijskappen de aarde weer vertragen, heeft geofysicus Duncan Agnew ontdekt dat een negatieve schrikkelseconde pas in 2029 noodzakelijk zou zijn. Een besluit over zo'n negatieve schrikkelseconde is trouwens nog niet genomen.
Schrikkelsecondes vormen een uitdaging voor computers
Maar liever wil Agnew de negatieve schrikkelseconde helemaal niet gebruiken. Het zou namelijk een grote uitdaging vormen voor computersystemen.
Een negatieve schrikkelseconde is nog nooit gebruikt. Tussen 1972 en 2016 zijn er wel 27 positieve schrikkelseconden toegevoegd aan de wereldklok, omdat de aarde in die jaren juist milliseconden langer over een rotatie deed dan 24 uur. Om dat verschil recht te trekken, duurden sommige jaren een seconde langer. Nu de aarde weer sneller draait, zijn de positieve schrikkelseconden niet langer nodig.
Schrikkelseconden zijn omstreden, omdat computers er niet goed mee overweg kunnen. Daarom is in 2022 op een internationale conferentie over meeteenheden besloten om de schrikkelseconde voorlopig niet te gebruiken. Wetenschappers gaan op zoek naar een betere oplossing.