Direct naar artikelinhoud
InterviewHistoricus Zana Etambala

Historicus Zana Etambala: ‘Belgische officieren moordden in Congo soms hele dorpen uit en werden geëerd als helden’

Zana Etambala: ‘In de jaren 1890 werden er rederijen opgericht, zoals de Compagnie Belge Maritime du Congo, die schepen naar de kolonie inlegden. In vier jaar tijd, van 1896 tot 1900, kon Antwerpen daardoor uitgroeien tot de grootste rubber- en ivoormarkt ter wereld. Kijk, dat is volgens mij de essentie van het koloniale verhaal.’Beeld Tim Dirven

Voor Mathieu Zana Etambala was het falen van Congocommissie te wijten aan kibbelende politici. Aan hen heeft de historicus een boodschap: ‘Wij doen voort.’ Dat bewijst Etambala in elk geval met zijn nieuw boek over de gruwel van de kolonisatie. ‘In de hoge kringen van het bedrijfsleven, in het parlement en in het paleis blijven de gevoeligheden rond het verleden spelen.’

“Twaalf jaar lang was ik in het Nederlandse taalgebied de enige die zich hier voltijds mee bezighield”, zegt Etambala, over ‘zijn’ onderwerp: hij bestudeerde de veroveringstochten door de troepen van koning Leopold II. Zijn nieuwe boek heeft hij toevallig opengeslagen op een pagina met een gruwelijke foto.

Twee mannen zijn nagenoeg naakt opgeknoopt, terwijl anderen naar de terechtstelling kijken. We schrijven Congo, 1892. De foto is een symbool voor het brute geweld waarmee de koloniale troepen het land hebben ingelijfd. “Een andere onderzoeker maakte in 1992 een doctoraat over deze veldtocht”, zegt Etambala. “Maar hij publiceerde de foto van de terechtstelling niet. Wat België in een negatief daglicht plaatste, mocht toen nog niet verschijnen.”

Het toont nog maar eens hoe ver we sindsdien zijn gekomen: censuur bij boeken over het koloniale verleden is vandaag niet meer aan de orde. Toch zitten er in het wetenschappelijke onderzoek nog heel wat blinde vlekken en blijft de kennis erover bij de brede bevolking beperkt. Daarom schreef Etambala zijn boek Onderworpen, onderdrukt, geplunderd. Dat is het vervolg op zijn in 2020 verschenen Veroverd. Bezet. Gekoloniseerd.

Die titels geven duidelijk aan hoe Congo aan het eind van de negentiende eeuw in het bezit kwam van Leopold II. Maar hoe ging die verovering precies in zijn werk?

“In mijn nieuw boek begin ik bij de ontdekkingsreizen van Henry Morton Stanley en David Livingstone. Er is een opmerkelijk verschil tussen die twee. Livingstone was een missionaris en een arts. Hij wilde via evangelisatie en geneeskunde de beschaving naar Afrika brengen. Stanley daarentegen kende God noch gebod.

“Hij begon met het rekruteren van huurlingen uit Zanzibar en doorkruiste Afrika van oost naar west. In zijn boeken schreef Stanley later vol trots over alle gevechten die hij aanging met de inlandse bevolking. Dat was de introductie van zwaar geweld. Toen de Belgen vervolgens Congo bezetten, rekruteerden ze ook eerst huurlingen uit Zanzibar, Egypte of Nigeria. Zo braken ze gewapenderhand de weerstand van de Congolezen.

“Eens Congo onderworpen was, begonnen ze ook inheemse mannen in te lijven. Die stuurden ze naar een provincie ver weg van hun geboorteplaats. De Bangala, bijvoorbeeld, die van de evenaarsprovincie in het noorden kwamen, hadden helemaal geen affiniteit met de Maniema in het oosten. Dat waren vreemden voor elkaar.”

Als ik in uw boek lees over de rooftochten waarbij huurlingen dorpen in brand staken of vrouwen verkrachtten, dan doet dat denken aan de Russische Wagnergroep. Dat is ook een privéleger dat wreedheden begaat voor geldgewin.

“Ja, natuurlijk, dat zeg ik tegen iedereen.

“Ik wil ook wijzen op de verwevenheid van de Force Publique, het privéleger van Leopold II in Congo, met de Belgische staat. De soldaten ervan waren dan wel Afrikaanse huurlingen, maar een groot deel van de officieren kwam uit het Belgisch leger. Zij werden via een detachering naar het Militair Cartografisch Instituut gestuurd en reisden zo naar Congo.

“Die officieren moordden soms hele dorpen uit en werden in België als helden geëerd. Nu zouden we ze gewoon psychopaten noemen. Er waren in Congo ook privémaatschappijen actief, die elk hun eigen soldaten hadden. Zij waren enorm gewelddadig tegen dorpen die in opstand kwamen. Wat is dat anders dan wat de Wagnergroep vandaag in Afrika doet? In Mali vechten de Russen tegen rebellen in ruil voor de opbrengsten van goudmijnen.”

Hoe werkte dat systeem met die privémaatschappijen?

“Je had verschillende soorten maatschappijen. Sommige waren normale bedrijven, die in Congo bijvoorbeeld een spoorweg gingen aanleggen. Vanaf 1892 ontstonden de eerste rubbermaatschappijen: Anglo-Belgian India Rubber Company (ABIR) en ‘de Anversoise’. Zij kregen een concessie voor een bepaald gebied en moesten de helft van hun dividenden afstaan aan de ‘Congolese’ overheid van Leopold II.

“De bevolking moest vervolgens rubber betalen als belasting. Als de mensen te weinig leverden, dan hadden de maatschappijen huurlingen ter beschikking om hen over de brug te doen komen. Vandaar kwam ook het gebruik van het handen afhakken. De huurlingen moesten bewijzen dat ze hun kogels niet hadden gebruikt om op jacht te gaan. De handen dienden dus om het gebruik van kogels te verantwoorden. Het konden ook penissen zijn.”

Deze foto is een symbool voor het brute geweld waarmee de koloniale troepen van Leopold II het land hebben ingelijfd.Beeld HP.1957.53.515, collectie KMMA Tervuren

In het gebied van de Anversoise lag ook Nieuw Antwerpen. U laat in het boek een gemeenteraadslid uit het ‘oude’ Antwerpen aan het woord, die het een schande vindt dat de naam van zijn stad zo wordt besmeurd.

“Welja, dat was om te tonen dat er in België dus ook protesten zijn geweest. Er waren destijds drie parlementsleden die in actie kwamen: de socialist Emile Vandervelde, de sociaal-liberaal Georges Lorand en de katholiek Arthur Vermeersch. Zij schreven er artikels over in de kranten. Pater Vermeersch publiceerde in 1906 ook het boek La question Congolaise.

“Door hun scherpe kritiek besloot de Belgische staat uiteindelijk om Congo uit handen van Leopold II te nemen. Zij brachten het Belgische establishment in beweging, waardoor Congo een kolonie van de staat werd. Ik noem hen de eerste ‘mensenrechtenactivisten’, die zich het lot van de Congolezen aantrokken.”

U vertelde me eerder dat u een monument voor hen wilt oprichten?

“Daar ben ik ook mee bezig. Ik wil graag een standbeeld laten oprichten voor die drie politici in Congo - misschien op een plek waar ooit een monument voor Stanley of Leopold II heeft gestaan. Dat lijkt me een sterk signaal.”

Wat wist de Belgische bevolking van de wreedheden, en wat dachten ze erover?

“De mensen waren vooral afhankelijk van wat de kolonialen of missionarissen vertelden. De kranten waren ook heel koningsgezind. Internationaal kwam er door Britse missionarissen een protestbeweging op gang tegen die wreedheden, maar die kritiek werd in België destijds weggezet als: de Britten zijn gewoon jaloers en willen Congo voor zichzelf inpalmen. In de Belgische pers werd het project destijds verkocht als een beschavingsmissie.”

De kolonisering heeft ook de slaapziekte sterk verspreid. De ziekte leidt bij patiënten tot onbedwingbare slaapaanvallen en kan na enkele maanden fataal zijn. Kan u dat nog even uitleggen?

“Er werden huurlingen naar dorpen gestuurd om opstanden neer te slaan. Als zij de ziekte meedroegen en geprikt werden door een tseetseevlieg, dan begon die de slaapziekte lokaal te verspreiden. Zo zijn hele gebieden gedecimeerd. Toen koning Leopold II Congo in zijn bezit had, deed hij nauwelijks iets tegen de ziekte. Pas toen Congo in 1908 een Belgische kolonie werd, werden belangrijke fondsen vrijgemaakt voor het welzijn van de bevolking.”

Wat gebeurde er weer met de Congocommissie?

In de nasleep van de Black Lives Matter-protesten van 2020 werd in ons land een commissie opgericht die het koloniale verleden zou bestuderen en zou nagaan hoe racisme en discriminatie in België nog steeds doorwerken. De commissie draaide eind vorig jaar op niets uit, omdat de meerderheidspartijen geen akkoord konden vinden over excuses. De liberale partijen MR en Open Vld blokten ze af, uit schrik dat excuses juridisch de deur zouden kunnen openzetten naar herstelbetalingen. Nochtans hield dat argument volgens experts geen steek.

We zijn nu meer dan zestig jaar na de onafhankelijkheid van Congo. Hoe moeten we omgaan met dat verleden?

“Eerst en vooral is er volgens mij meer onderzoek nodig. Over zaken als de slaapziekte of de weerstand van de Congolezen is nog te weinig bekend. Hoeveel slachtoffers de slaapziekte heeft gemaakt weten we niet, omdat er nooit wetenschappelijke studies over zijn geweest.”

Was dat ook niet uw hoop voor de Congocommissie in het parlement? Dat die zou leiden tot meer onderzoek?

“Zeker, in het expertenrapport schreef ik ook dat er meer aandacht naar de geschiedenis moet gaan. Ik heb het in mijn bijdrage ook gehad over het kimbanguïsme. Dat was een politieke beweging van de religieuze leider Simon Kimbangu (1887-1951). Hij kreeg een grote aanhang en werd tot levenslang veroordeeld, zonder dat hij een vlieg heeft kwaad gedaan. Zijn aanhangers zijn opgepakt en in centres agricoles pour des relegués dangereux gestoken. Dat waren pure concentratiekampen. Ik vind dat zulke dingen meer bekendheid moeten krijgen.”

‘De Congocommissie is dan wel mislukt, maar deze kwesties gaan niet meer weg.’Beeld Tim Dirven

Hoe kijkt u terug op het mislukken van de Congocommissie?

“We hebben als experts ons werk gedaan. De voorzitter, Groen-politicus Wouter De Vriendt, heeft ook interessante voorstellen afgeleverd. Ik zie het vooral als een mislukking van politici die elkaar soms het licht in de ogen niet gunnen. Zij konden geen akkoord vinden over de uitkomst van de commissie.”

Het draaide uit op een discussie over excuses, waar vooral de liberale regeringspartijen tegen waren.

“De vrees van de politici was dat de excuses zouden leiden tot een eis voor herstelbetalingen, maar excuses zouden daar niet over moeten gaan. Het is een morele kwestie: als je opzettelijk iets verkeerd hebt gedaan, dan bied je excuses aan. Geld is dan bijzaak. Of de koning, de regering, of het parlement de excuses uitspreken, is voor mij ook niet relevant. Als de koning het zou doen, dan zou de regering toch toestemming moeten geven. Het belangrijkste is dat de excuses oprecht zijn, daar gaat het om.”

U kwam als expert ook aan bod in Het verhaal van Vlaanderen. Vindt u dat het verhaal van de kolonisatie daarin goed verteld is?

“De reeks liet zien hoe de industrialisering van België heel wat menselijk leed met zich meebracht. Ze trok dan een parallel tussen het lijden van arbeiders hier en de gruwel in Congo. Ik werd gevraagd om duiding te geven bij de zoo humain van 1897 in Tervuren. Honderden Congolezen werden naar het park voor het huidige AfricaMuseum gehaald om er zogezegd uit te beelden hoe ze in hun land leefden. Zeven mensen kwamen toen om het leven.

“De reeks moest de aandacht volgens mij niet zozeer op Tervuren vestigen, maar wel op de haven van Antwerpen. In de jaren 1890 werden er rederijen opgericht, zoals de Compagnie Belge Maritime du Congo, die schepen naar de kolonie inlegden. In vier jaar tijd, van 1896 tot 1900, kon Antwerpen daardoor uitgroeien tot de grootste rubber- en ivoormarkt ter wereld. Kijk, dat is volgens mij de essentie van het koloniale verhaal.”

De reeks gaf anderzijds wel ruimte aan de wreedheden in Congo. Wil dat ook niet zeggen dat de geesten rijpen?

“Zeker. Onlangs was ik nog op een seminarie voor leerkrachten geschiedenis, die me heel wat vragen stelden. Je merkte dat ze echt op zoek wilden gaan naar kennis over dat verleden. En dat sterkt me in mijn overtuiging: de Congocommissie is dan wel mislukt, maar deze kwesties gaan niet meer weg.

“De boodschap aan de politici die de commissie deden mislukken is: wij doen voort. Mijn boek ligt er en anderen zullen er ook weer mee aan de slag gaan. Om de waarheid van het koloniale verleden te achterhalen, hebben we eigenlijk geen commissie nodig.”

Na de publicatie van uw vorig boek bent u ziek geworden. U staat voor een aantal zware operaties. Hoe gaat het met u?

“De voorbije maanden heb ik de dood in de ogen gekeken. Er werd een grote tumor gevonden in mijn buik, die drukte op mijn vitale organen. Gelukkig reageerde mijn lichaam goed op een behandeling met een zware pil. Een oncoloog gaat die kleiner geworden tumor nu verwijderen. Helaas moeten ook mijn maag en milt eruit.”

Kijkt u daardoor anders naar het leven of naar uw werk?

“Ja natuurlijk, ik besef nu meer dat het op elk moment gedaan kan zijn. Maar als historicus heb ik gewoon altijd mijn werk gedaan en gezegd hoe het was. Ook toen het schip van de commissie gezonken is, ben ik in de pers vrij scherp geweest. Ik heb toen het bezoek van de koning en premier De Croo vorige zomer aan Congo op de korrel genomen.

“Ik vond dat het gevlei van de koning tegenover president Tshisekedi, die na bijzonder twijfelachtige verkiezingen aan de macht kwam, te ver ging. De koning sprak ook een spijtbetuiging uit voor het koloniale verleden, en daarmee zette hij de Congocommissie buitenspel. Mijn stelling is dat hij met die spijtbetuiging de commissie heeft gesaboteerd.”

Hoezo?

“Het was toen al duidelijk dat het daarbij zou blijven: de partijen die tegen excuses waren voelden zich zelfs al gesterkt. Ik vind dat de koning had moeten wachten tot de Congocommissie klaar was met haar werk. Het zegt allemaal iets over de gevoeligheden rond het verleden. In de hoge kringen van het bedrijfsleven, in het parlement en in het paleis blijven die spelen.”

Wat gebeurde er weer met de Congocommissie?
Beeld rv

Onderworpen, onderdrukt, geplunderd verschijnt vandaag bij uitgeverij Sterck & De Vreese en kost 39,90 euro.

Bio

* In 1955 geboren in Kinshasa

* Kwam in 1962 naar Vlaanderen

* In 1989 doctoreerde hij in de geschiedenis en begon hij les te geven aan de KU Leuven over het koloniale verleden

* Als vrijwillig wetenschappelijk medewerker verbonden aan het AfricaMuseum

* Sinds 2020 doceert hij ook aan de UGent