Direct naar artikelinhoud
AnalyseLerarentekort

Brengen de plannen van Weyts iets bij tegen het lerarentekort? ‘Dit geeft de indruk dat iedereen zomaar leraar kan zijn’

Brengen de plannen van Weyts iets bij tegen het lerarentekort? ‘Dit geeft de indruk dat iedereen zomaar leraar kan zijn’
Beeld Tim Dirven

Om het lerarentekort aan te pakken, kijkt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) volop naar de privésector. Werknemers van bedrijven kunnen in het vervolg tijdelijk ingezet worden als leerkracht. Maar is die overstap naar het onderwijs wel zo eenvoudig?

Twee weken per jaar les volgen in de hoofdzetel van autoconstructeur BMW in Bornem: voor leerlingen in de richting autotechnieken van het GO! Technisch Atheneum in Halle is het al de realiteit. “Onze leerlingen komen vroeg of laat toch in die technische bedrijven terecht”, legt directeur Maggy Vankeerberghen uit. “Op die manier leren ze die context kennen en erin te communiceren.”

Als het aan onderwijsminister Weyts ligt, werken binnenkort nog veel meer scholen samen met een of meerdere bedrijven. Vanaf volgend schooljaar kunnen werknemers uit de privésector enkele uren als gastleerkracht voor een klas in het secundair of basisonderwijs staan. Daarvoor hoeft die persoon geen pedagogisch diploma te hebben. Tot nu toe was dat alleen mogelijk in het technisch of beroepssecundair onderwijs, onder heel specifieke voorwaarden.

Voor wie enkele uren per jaar niet volstaat, is er nog een tweede optie. Via ‘dienstleveringscontracten’ kunnen bedrijven hun werknemers mét een pedagogisch diploma enkele uren per week uitlenen aan het onderwijs. Een “win-win” voor bedrijven, werknemers en scholen, aldus Weyts. Scholen krijgen zo extra leerkrachten met een frisse blik, en bedrijven kunnen op hun beurt jongeren laten kennismaken met hun werking.

Ook bij een herstructurering kan een bedrijf volgens Weyts de werknemer voor wie er anders geen voltijdse job zou zijn, naar het onderwijs sturen. De Vlaamse overheid betaalt immers het loon van de leerkracht, het bedrijf past alleen de rest bij.

Mensen die definitief de stap naar het onderwijs maken en daarvoor een opleiding volgen, krijgen tot slot extra rechten. Door de stage-uren van hun opleiding te laten meetellen in de opbouw van hun vaste benoeming, hoopt Weyts zij-instromers gemotiveerd te houden.

‘Gerommel in de marge’

De maatregelen zijn al afgeklopt aan de regeringstafel, maar nog niet met de sociale partners. Zowel de onderwijsverstrekkers als -vakbonden geven aan dat ze nog bedenkingen hebben bij het plan. “De maatregelen zijn op zich te verdedigen”, aldus Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “Maar ze zijn geen echte oplossingen voor het lerarentekort. Opnieuw blijft het bij gerommel in de marge.”

Onderwijsvakbond ACOD stelt zich bovendien grote vragen bij de onderwijskwaliteit. “Mensen uit de zij-instroom zijn meer dan welkom, maar dit geeft de indruk dat iedereen zomaar leraar kan zijn”, aldus Nancy Libert. “Het is niet omdat je de leerstof kent, dat je die kan overbrengen op leerlingen.”

Om de onderwijskwaliteit te bewaken, belooft Weyts meer middelen voor de aanvangsbegeleiding van leerkrachten uit de privésector. Maar de vraag is of dat zal volstaan. Leerkrachten signaleren nu al dat ze te weinig tijd hebben om nog les te geven. Die werkdruk zal er niet op verbeteren als ze nog meer starters moeten begeleiden. Directeurs krijgen dan weer de lastige taak om de schoolplanning te verzoenen met die van werknemers uit de privé.

Lees ook

Minister van Onderwijs Ben Weyts heeft het lerarentekort niet veroorzaakt, maar hij is ook niet bij machte om het op te lossen

De GO!-scholengroep in Gent kan erover meespreken. Juist omdat zij merkten dat scholen niet langer voldoende intensief en op maat konden begeleiden, startten zij samen met de VDAB het INTRO-project op. “De groep zij-instromers wordt steeds groter, en heeft andere begeleidingsnoden dan andere starters”, zegt Nathalie Vanden Bossche, coördinerend directeur secundair onderwijs van de scholengroep. “Een intensievere aanvangsbegeleiding met coaching op maat is een noodzaak geworden. Zo kunnen we niet alleen de onderwijskwaliteit garanderen, maar er ook voor zorgen dat zij-instromers de job volhouden.”

Specifieke methoden

Opvallend is dat ook basisscholen een regeling met een bedrijf of gastdocent zouden kunnen aangaan. “Ik zie een gastdocent misschien nog inspringen voor muzikale vorming of godsdienst”, zegt Daniëlle Verhoeven, directeur van de Vrije Basisschool Wonderwijs in Haasdonk. “Maar leren lezen, schrijven of rekenen, vereist toch wel specifieke methoden die wij stap voor stap inzetten vanaf de kleuterschool. Lesgeven aan een grote groep jonge kinderen is toch nog iets anders is dan af en toe een of twee kinderen begeleiden.”

Vanuit de praktijk zijn er dus nog twijfels over de plannen van Weyts. Maar ook experten zijn niet laaiend enthousiast. “Voor mij is de vraag vooral: hoeveel mensen ga je daarmee lokken en wat is hun intrinsieke motivatie?”, zegt professor onderwijssociologie Filip Van Droogenbroeck (VUB). “Het mag niet een keuze worden tussen ofwel ontslag ofwel naar het onderwijs. Daarnaast zijn dit duidelijk gewoon noodoplossingen voor een structureel probleem dat al lang aangekondigd was.”

Ook professor Ruben Vanderlinde, hoofd van de educatieve masteropleidingen aan de UGent, benadrukt dat langetermijnoplossingen nodig zijn: “Al is een systeem van hybride leraren, zolang ze een onderwijsdiploma hebben, op zich niet slecht. Maar veel zal afhangen van hoe je het invult. Het is niet de bedoeling dat die leerkrachten alleen lesgeven, en zich van examens, taken of oudercontacten niets aantrekken. Die maatregel van gastdocenten vind ik sowieso een verkeerd signaal: het is niet omdat we met een lerarentekort zitten, dat we iedereen die een uurtje les wil geven voor de klas moeten zetten.”