Direct naar artikelinhoud
EssayMigratie

Mama, wat als we nooit naar België waren gekomen? Hoe Oscar-winnaar ‘Everything Everywhere’ ook het echte universum van migranten aandoet

Sing (3) en haar moeder, Wingkwan (32), in Hongkong in 1971.Beeld RV

Wat als de eerste generaties van families met buitenlandse roots de oversteek niet hadden gemaakt? We nemen u - in de geest van Oscar-winnaar ‘Everything Everywhere’ - mee naar een alternatief universum waar de grootouders van onze journalist Kevin Lau nooit naar België kwamen. ‘Je land verlaten brengt altijd een prijs met zich mee.’

Het is een koude dag op 1 november in 1974, wanneer een 6-jarig meisje en haar moeder voor het eerst voet zetten op Belgische bodem, na een dagenlange reis vanuit Hongkong. Bijna vijftig jaar later kan dat meisje me nog altijd vertellen hoe het sneeuwde die dag. “Ik had nog nooit een sneeuwvlok gezien in mijn leven!”, zegt ze met een nostalgische glimlach. Ze kan zich zelfs nog levendig herinneren hoe ze bovenaan de trap van het vliegtuig stond te bibberen, met haar allereerste winterjasje ooit.

Dat meisje van toen heet Sing en vandaag noem ik haar ‘mama’. Maar wat als zij en mijn grootmoeder nooit de stap hadden gezet om te verhuizen. Wat als ze, om het in de woorden van de gezichtsloze roepers op straat te zeggen, “in hun eigen land waren gebleven”? Hoe zou hun leven er vandaag dan hebben uitgezien?

Het is een vraag die me bezighoudt sinds de aftiteling van het fantastische Everything Everywhere All at Once (EEAaO), de compleet geflipte genre(s)film die vorige week zeven belangrijke Oscars veroverde en ondertussen permanent gegraveerd staat in het collectief geheugen van talloze diaspora. Want hoewel de film aan de oppervlakte een verhaal vertelt over een Chinees-Amerikaans gezin dat van hun wasserette naar het multiversum wordt gekatapulteerd, zijn er nog elfendertig andere levensvraagstukken om elk soort kijker bezig te houden. Zo werpt EEAaO een frisse blik op gezonde mannelijkheid in popcultuur, confronteert het ons met de intergenerationele trauma’s waar menig migrantengezin doorgaat, en framet het zelfs “een verlammende stoornis als een superpower”, zoals collega Katrin Swartenbroux het herkenbaar neerpende na de Oscar-winst.

Voor mij, een kind van de migratie en de eerste generatie van mijn familie die in een Belgisch ziekenhuis ter wereld kwam, blijven er twee andere verhalen van EEAaO nabranden. Enerzijds het pijnlijke pad van een dochter dat ontelbare universums verscheurt, op zoek naar de enige versie van haar moeder die haar begrijpt en (écht) wil praten met haar. En anderzijds het alternatieve levenspad van hoofdpersonages Evelyn en Waymond Wang, die nooit waren getrouwd als ze niet naar de VS waren getrokken en beiden een succesvolle carrière hadden uitgebouwd ‘in eigen land’. Een wereld van verschil met de noodlijdende wasserette en de hete adem van de belastingdienst die Evelyn en Waymond moeten ondergaan in het universum waar ze wél samen verhuizen naar het Westen.

En dus bel ik haar op, de persoon die me dertig jaar geleden op wereld zette, en stel ik haar - voor het eerst - de vraag. “Of ons leven er beter had uitgezien in Hongkong? Financieel gezien had ons leven er niet heel anders uitgezien.” Dat ‘wat als?’-scenario is volgens haar snel gemaakt als we kijken naar onze familieleden. “Zij namen geen vliegtuig, lieten niets of niemand achter, en bouwden ook een heel mooi leven op.”

In België hebben mijn grootouders, zoals veel Chinese immigrantenfamilies, uiteindelijk een restaurant geopend en is hun dochter de retailsector ingegaan. Hun kleinzoon is de eerste geworden in het gezin die verder heeft gestudeerd.

Sing en Wingkwan, ruim twintig jaar nadat ze van het vliegtuig stapten, met (klein)zoon Kevin.Beeld RV

In Hongkong spendeerde mijn moeder als kind echter heel wat uren bij haar tante, die zelf vier zonen maar geen dochters had. “Ik had een enorm goede band met hen en als ik was gebleven zou ik waarschijnlijk mee in hun familiebedrijfje zijn gestapt”, vertelt ze. Ze heeft het over een bouwbedrijf(je) van de familie dat later mee verantwoordelijk zal zijn voor de constructie van Hong Kong International Airport, een mastodont van een luchthaven die in zijn beginjaren meermaals in de top drie stond van beste luchthavens ter wereld.

In het universum waar ze nooit het vliegtuig naar België neemt, lacht haar dus nog altijd een mooie professionele toekomst toe. “Maar was ik gelukkiger geweest dan ik nu ben? Zeker niet”, zegt ze zelfverzekerd. “Ik was veel materialistischer, onnodig ambitieuzer en meer gestresseerd geweest, zowel op de werkvloer als thuis. Dat is het leven dat ik voor me zie in Hongkong.” Ze verwijst daarmee naar de ratrace in de metropool die haar geboorteplaats was en is. Want Hongkong is een stad die écht nooit slaapt, en waar een vierkante meter met een dak evenveel waard is als een nieuwbouwappartement in een Vlaamse centrumstad. Het staat in schril contrast met het leven dat ze vandaag leidt, midden in de natuur, met een klein bataljon aan trouwe viervoeters die alle ruimte hebben die ze maar kunnen wensen.

Een betere toekomst

“Herkenbaar”, zegt de 32-jarige Davaka Tsatsrag wanneer ik hem ons verhaal voorleg. Op 9-jarige leeftijd vertrokken hij en zijn moeder uit Mongolië, “op zoek naar een beter leven”. Drieëntwintig jaar later kan hij zich maar heel moeilijk voorstellen dat zijn leven er beter had uitgezien als hij nooit naar België was vertrokken. Tsatsrag behaalde zijn diploma toegepaste economische wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen en werd vorige zomer gepromoveerd tot een managersfunctie bij auditbedrijf PWC. “En weet je wat echt gek aanvoelt? Ons hele leven hadden we nog nooit in een woning gewoond met meer dan één slaapkamer. Ondertussen heb ik op mijn eentje een appartement met twee slaapkamers kunnen kopen. Twee slaapkamers!”

Davaka en zijn moeder in 1994, voor ze naar België kwamen.Beeld RV

Hij wil het niet gezegd hebben dat hun leven ‘slecht’ was voor ze naar België trokken, maar hij schat de kansen toch “heel klein” dat hij hetzelfde had verwezenlijkt in Mongolië. “Alleen al als je het onderwijssysteem vergelijkt met dat van België. Van bibliotheekboeken waarvan volledige hoofdstukken zijn uitgescheurd tot praktijken waarbij je gewoon je diploma koopt, het is dag en nacht verschil met de scholen in België.”

In het ‘wat als’-scenario ziet de jonge Antwerpenaar vooral een toekomst waarin hij zijn school niet afmaakt, of op zijn minst minder lang studeert, waardoor zijn managersfunctie en eigen woonst een verre droom blijven. “Ik zou slechter geschoold zijn, slechts één taal spreken en misschien ook sneller in de problemen zijn geraakt. Want Mongolië is over het algemeen veel minder veilig dan België, met veel kansarmoede.”

Moeder en zoon, 25 jaar later.Beeld RV

En toch. Toch raak ik niet af van het knagende gevoel dat er ergens een versie van mezelf is met iets dat ik wellicht nooit volledig zal hebben of begrijpen.

Dat gemis vertaalt zich, na talloze gesprekken met Belgen van evenveel achtergronden, in de ‘buitenstaander’. Het is een veelbesproken luxeprobleem van kinderen van de migratie. Onze ouders hebben de ziel uit hun lijf gewerkt, waardoor we in een generatie tijd betere diploma’s en hogere levensstandaarden achterna konden jagen, maar het laat velen ook achter met een honger naar identiteit. Want hoewel ik hier geboren ben, hier naar school ging en naar alle maatstaven gewoon ‘een Belg’ ben, ben ik ook een Chinees. Het hangt als een onuitgesproken woord in de lucht elke keer dat ik reflexmatig mijn westerse middelnaam gebruik in plaats van mijn Chinese eerste naam, elke keer wanneer een gast vreemd opkijkt als ik zeg dat die zijn schoenen moet uitdoen, elke keer wanneer iemand me vraagt of ik Nederlands spreek.

Een jongere versie van mezelf dacht ooit dat dat gemis ingevuld zou raken door een vliegtuig in de andere richting, naar Hongkong, te nemen. Een kortstondige droom. Want eenmaal daar hing het woord ‘westerling’ in de lucht, elke keer dat ik zelfs maar een woord Chinees sprak. En plots sta je daar - niet volledig Belg, maar ook niet volledig Chinees.

De prijs die we betalen

“Je land verlaten, zelfs wanneer dat een beter leven betekent, brengt altijd een prijs met zich mee”, weet ook de 68-jarige Predrag Panic. Als jonge dertiger verliet hij, samen met zijn echtgenote en tweejarige dochter, het communistische Joegoslavië in 1987. Even later zou het land gebukt gaan onder jaren van burgeroorlog en politieke onrust. Die onzekerheden wist Panic te omzeilen door naar Gent te verhuizen.

Predrag Panic (31) en zijn 1-jarige dochter Katarina in Joegoslavië, eind 1986.Beeld RV

“Toch denk ik er vaak aan hoe mooi het had kunnen zijn als we nooit waren vertrokken”, vertrouwt hij me toe. “Want waar je bent is belangrijk voor je leven, maar ook met wie je daar bent. En geef toe, omringd zijn door je eigen familie en vrienden blijft het beste dat er bestaat.”

Panic vertelt me dat hij, mijn grootouders, en iedereen die ooit zijn thuisland verliet een ‘prijs’ betaald hebben. “We zijn een deel van onze identiteit kwijt. Mijn vrouw en ik hopen en denken soms dat we hier volledig zijn ingeburgerd, maar dat is natuurlijk niet zo. We zullen nooit volledig Belg of Serviër zijn. Daarom zijn er ook veel migrantenfamilies die met hun lichaam in België leven en met hun ziel ergens anders. Maar als we nooit waren vertrokken, hadden we betaald in stabiliteit en toekomstperspectieven.”

Predrag en dochter Katarina, 36 jaar nadat ze vertrokken uit Joegoslavië.Beeld RV

En daar is het. Waarom de jonge Tsatsrag zijn moeder vroeger urenlang in een telefoonkotje zag bellen naar familie in Mongolië, waarom Panic ondertussen een vakantiehuis in Servië heeft, en waarom ik mijn vader en nonkels pas zag openbloeien tijdens hun jaarlijkse terugkeer - noem het vooral geen vakantie - naar Hongkong. Een leven voor een leven. En dat alternatieve leven vertaalt zich bij sommige kinderen, zoals mezelf, nu in een geërfde zoektocht naar een culturele identiteit.

Net dat brengt ons terug naar de familie Wang van EEAaO. Terug naar het moment dat de versie van Raymond Wang die alles heeft verwezenlijkt - behalve trouwen met Evelyn - een van de beste zinnen uit de filmgeschiedenis uitspreekt tegen de vrouw die in dit leven nooit zijn vrouw werd: “In een ander leven had ik heel graag de was en de belastingen met je gedaan.”

Er is altijd overal een prijs, maar ook een beloning. Voor elk kruispunt in het leven van mijn (groot)ouders is er een keuze gemaakt, die gevolgen hadden voor hen en voor mij. Wat voor hen toen banaal was, kan vandaag plots het enige zijn dat ze missen in hun leven. En zo is plots alles en niets belangrijk, tegelijkertijd, net als een nihilistische bagel. En als die referentie over uw hoofd heenging, dan kijkt u best zo snel mogelijk naar Everything Everywhere All at Once, een van de spannendste Oscar-winnaars ooit en een film die mijn leven veranderde.

Lees ook

Nieuwsgierig na de Oscars? Hier kunt u alle films bekijken

Eindelijk superhelden die op ons lijken: ‘Als kind wilde ik altijd zijn zoals mijn witte vrienden, zoals die helden op tv’