Direct naar artikelinhoud
OpinieBenjamin Dalle

‘De reactie op woke is veel gevaarlijker dan het fenomeen waartegen deze moderne kruisvaarders in het verweer gaan’

.Beeld Thomas Nolf/ Photonews

Benjamin Dalle (cd&v) is Vlaams minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding.

Opiniemakers en politici hebben al enkele jaren de mond vol over ‘woke’, maar ik wacht nog altijd op het eerste voorbeeld van hoe onze vrijheden worden ingeperkt omdat we iets niet meer ‘mogen’ zeggen. Integendeel, het zijn net rechts-populisten die, onder het voorwendsel ‘antiwoke’ te zijn, met rasse schreden elementaire vrijheden en basisrechten overboord gooien.

Een nieuwe dag, een nieuwe woke-rel. De foto’s van Mous Lamrabat in de Antwerpse Arenbergschouwburg waren voor het stadsbestuur het signaal om in actie te treden tegen cancelcultuur. En dus moesten de nieuwe portretten plaats ruimen voor de klassieke schilderijen die er eerder al hingen. Het is eerst en vooral zorgwekkend dat politici zich gaan mengen in de inrichting van een theater. De volgende stap is dat ze zich gaan moeien met de programmatie van de schouwburg. Dat is niet waar mandatarissen voor verkozen zijn.

De inmenging dient wel een hoger doel. Het is het zoveelste voorbeeld waarbij het primaat van de politiek wordt gebruikt in de strijd tegen ‘woke’. Het is wellicht geen toeval dat Bart De Wever onlangs zelf de oorlog verklaard heeft aan het fenomeen, in zijn nieuwe boek Over woke. De N-VA-voorzitter en Antwerpse burgemeester schuwt de grote woorden niet. Woke, “een fenomeen dat onze samenleving aan de rand van een burgeroorlog dreigt te brengen”.

In de praktijk lijkt het me een stuk minder dramatisch gesteld dan De Wever pretendeert. Er zijn aanpassingen van onze gebruiken die simpelweg terecht zijn. Wie vandaag nog bewust het ‘n-woord’ in de mond neemt, hoort niet thuis in het publieke debat. Omgekeerd zijn er uitwassen, zoals de ‘vertaalrel’ over het werk van de Amerikaanse slam poet Amanda Gorman. Ook ik vind niet dat een witte schrijver bij voorbaat ongeschikt zou zijn om het werk van een auteur met een andere huidskleur te vertalen.

Maar laten we dit soort excessen niet aangrijpen om de achterliggende idee te banaliseren. Een positief gegeven – stilstaan bij onrecht en rekening houden met elkaars gevoeligheden – wordt nu als een containerbegrip gebruikt. Een synoniem voor bij de haren getrokken voorstellen die zeker niet dominant zijn.

Die voorbeelden hebben één gemeenschappelijk element: er wordt niemand iets ontzegd of verboden. Het gaat hooguit om een (overtrokken) mening. De vrijheid van meningsuiting blijft overeind. Die vrijheid geldt wel langs twee kanten: geen enkele mening is onaantastbaar voor kritiek. Wat telt, is dat onze structuren en instellingen solide genoeg zijn om aan joelende meutes te weerstaan.

Een voorbeeldje: in 2018 moest een lezing van Theo Francken (N-VA) aan de Vrije Universiteit Brussel geannuleerd worden. Linkse activisten waren het niet eens met de komst van Francken en verhinderden met een blokkade het evenement. De rector van de VUB, wijlen Caroline Pauwels, mengde zich in het debat en benadrukte dat de universiteit een vrijhaven voor feiten en argumenten moet blijven. Enkele weken later kon Francken, ditmaal zonder enig incident, zijn verhaal komen doen voor de studenten. Het is niet omdat vocale minderheden uitdrukkelijk vragen om te ‘cancelen’, dat dit ook daadwerkelijk gebeurt.

Anders wordt het wanneer beleidsmakers, vanuit een zelfverklaard verantwoordelijkheidsgevoel om het volk te bevrijden van het woke-gevaar, zelf minderheidsgroepen gaan beteugelen. In Europa is er Viktor Orbán en zijn ‘anti-homowet’. Hij kreeg navolging van Ron DeSantis, de gouverneur van Florida. Die verbiedt leerkrachten om met leerlingen onder de vijftien te praten over seksuele identiteit en gender op school. Lessen over ras, racisme en slavernij kunnen alleen als de leraren daarbij ‘geen enkele bevolkingsgroep schuldgevoelens opdringen’. Dergelijke ingrijpende beslissingen gaan veel verder dan een zoveelste non-rel.

In ons land worden vooralsnog geen monden gesnoerd of vrijheden ingeperkt. Toch zijn er enkele alarmsignalen. Zo is er Hypatia, het meldpunt voor ‘woke-incidenten’ van enkele academici. De vraag is vooral welke consequenties de initiatiefnemers aan die meldingen verbonden willen zien. En twee jaar geleden was er nog de oproep van Vlaams Belang om leerkrachten die voor de klas ‘linkse praat’ verkopen aan te geven bij een kliklijn. Ik twijfel er niet aan dat Tom Van Grieken vol bewondering kijkt naar de initiatieven van DeSantis.

Is dat dan de tegenbeweging op woke waar Bart De Wever naartoe wil? Anti-woke als bindmiddel voor reactionaire krachten die verworven vrijheden, in het bijzonder voor minderheden, moeten terugschroeven? De discussies over woke dragen bij aan het creëren van een klimaat dat het net moeilijker maakt voor minderheden om in alle rust en vrijheid te kunnen zijn wie ze zijn. Dat maakt de reactie op woke veel gevaarlijker dan het fenomeen waartegen deze moderne kruisvaarders in het verweer gaan.

De maatschappij is het meeste gebaat bij een open debat: of je nu voor of tegen woke bent, je moet er op zijn minst vrijuit je mening over kunnen geven. Zolang dat het geval is, valt het nog best mee met dat ‘sluipend gif dat onze samenleving bedreigt’.