Direct naar artikelinhoud
ProfielCredit Suisse

Cocaïne, corruptie en coniferenhagen: hoe Credit Suisse het onderspit dolf in een bancaire broedertwist

Kantoren van Credit Suisse en UBS 'gebroederlijk' naast elkaar op de Paradeplatz in Zürich.Beeld ANP / EPA

Na een eindeloze reeks schandalen komt Credit Suisse uitgerekend in handen van rivaal UBS. De buurman op de Paradeplatz in Zürich, geleid door oud-ING-baas Ralph Hamers, wist het zieltogende Credit Suisse zondag voor een bodemprijs op de kop te tikken.

Wat Kaïn deed met een steen en Cleopatra met een scheutje monnikskap, lukte de Zwitserse bank UBS zondag met 3 miljard euro: een broer om zeep helpen. Met de overname van zijn bittere rivaal Credit Suisse heeft UBS een eind gemaakt aan de decennialange twist tussen de twee grootste Zwitserse banken, die op een gegeven moment zelfs escaleerde tot een spionage-operatie in de straten van Zürich.

Al sinds mensenheugenis huizen UBS en Credit Suisse gebroederlijk naast elkaar op de Paradeplatz in Zürich. Dit door blauw-witte trams omslingerde plein, het duurste vastgoed in het Zwitserse Monopoly-spel, figureert steevast in de Zwitserse televisiejournaals wanneer er weer eens belangwekkend nieuws uit de financiële wereld te melden valt. Ditmaal waren de camera’s gericht op het zandstenen hoofdkantoor op nummer 8, waar de Credit Suisse-bankiers tandenknarsend moesten toezien hoe hun ooit zo kleine broertje van nummer 6 voor een bodemprijs met hun 167 jaar oude bank aan de haal ging.

Onverwacht kwam de ondergang niet. De laatste jaren leek Credit Suisse, ooit begonnen als geldschieter van de Zwitserse spoorwegen, soms meer een misdaadsyndicaat dan een bank. Spaarders en aandeelhouders liepen massaal weg na alle spionageschandalen, witwaspraktijken, corruptie, diefstal en miljardenverliezen met faliekant mislukte speculaties van de afgelopen tijd. Op het dieptepunt trokken spaarders vorige week hun spaarrekeningen met in totaal 10 miljard euro per dag leeg, terwijl de waarde van het aandeel Credit Suisse in een jaar tijd daalde van 7 naar 2 euro. Maandag kwam daar nog eens een beursdaling van ruim 50 procent bovenop.

Achtervolgd door privédetective

Een van de grootste schandalen van Credit Suisse kwam in de herfst van 2019 aan het licht, in een zijstraatje van de Paradeplatz. Daar kwam het tot een handgemeen toen de naar UBS vertrokken topbestuurder Iqbal Khan ontdekte dat hij geschaduwd werd door een privédetective van Credit Suisse.

De kiem van het spionageschandaal lag in het nieuwjaarsfeestje dat Khan begin 2019 had bijgewoond in de tuin van toenmalig Credit Suisse-topman Tidjane Thiam, Khans buurman in het deftige voorstadje Herrliberg. Khan maakte laatdunkende opmerkingen over de staat van Thiams tuin en klaagde dat diens coniferenhaag zijn uitzicht op het meer van Zürich belemmerde.

De verhouding met Thiam raakte na het tuinincident zo verzuurd dat Khan overstapte naar aartsvijand UBS, een in de Zwitserse bankenwereld bijna ongehoorde stap. Thiam was zo bang dat Khan stiekem vermogende Credit Suisse-cliënten zou afsnoepen, dat hij hem liet achtervolgen.

Uiteindelijk bleek Credit Suisse onder Thiams bewind nog zes andere werknemers te hebben bespioneerd. Het schandaal kostte bestuursvoorzitter Thiam begin 2020 de kop. Ironisch genoeg snoept UBS drie jaar later alsnog alle Credit Suisse-klanten af, al zijn daar inmiddels weinig van over.

Bulgaarse maffiosi

Aan schandalen had Credit Suisse in elk geval geen gebrek. In juni kreeg de bank een miljoenenboete van het Zwitserse federale strafhof, nadat was uitgekomen dat Bulgaarse maffiosi jarenlang ongehinderd hun met cocaïnesmokkel verdiende geld hadden kunnen witwassen via Credit Suisse. Dit terwijl de bank wist dat een van de maffiosi, een voormalige worstelaar, verdacht werd van twee drugsmoorden. Ook het feit dat de maffiosi regelmatig rolkoffers met miljoenen euro’s aan contant geld kwamen storten bij Credit Suisse, deed geen alarmbellen afgaan.

Niet veel minder morsig was de kwestie rond de plunderende Credit Suisse-bankier Patrice Lescaudron. Een Bermudaanse rechtbank veroordeelde Credit Suisse een jaar geleden tot het betalen van 500 miljoen euro schadevergoeding aan de Georgische miljardair en ex-premier Bidzina Ivanisjvili. Net als enkele andere exorbitant rijke Oost-Europese klanten van Credit Suisse bleek Ivanisjvili jarenlang te zijn bestolen door Lescaudron. De dader kocht er onder meer een Ferrari, Chanel-juwelen, Rolexen, een Picasso-litho en villa’s in Zwitserland en de Sardijnse badplaats Porto Cervo van. Lescaudron pleegde drie jaar geleden zelfmoord, nadat hij vervroegd was vrijgelaten uit de gevangenis.

Credit Suisse was ook de spil in een geruchtmakend tonijnschandaal in Mozambique. De bank gaf het Oost-Afrikaanse land meer dan een miljard euro aan leningen om zijn tonijnvissersvloot en kustwacht te vernieuwen. Het geld lekte echter grotendeels weg in de zakken van corrupte politici en Credit Suisse-bankiers. Het leverde de bank anderhalf jaar geleden ruim 400 miljoen euro aan boetes op van Zwitserse, Britse en Amerikaanse toezichthouders.

Monsterverliezen

En zo holde Credit Suisse van schandaal naar schandaal. Wellicht had de firma van topman Ulrich ‘Uli het mes’ Körner het nog wat langer kunnen uitzingen als Credit Suisse afgelopen jaren niet zo’n sleutelrol had gespeeld in de affaires met het Amerikaanse hefboomfonds Archegos en de Australische schaduwbank Greensill. Credit Suisse was de belangrijkste geldschieter van Greensill, een razendsnel gegroeid fintechbedrijf dat zich erin specialiseerde om onbetaalde facturen van ondernemers vooruit te betalen.

Toen de boekhouding van Greensill in 2021 een kaartenhuis bleek, ging Credit Suisse voor miljarden euro’s het schip in. Hetzelfde overkwam Credit Suisse bij de ondergang van Archegos Capital, dat zich zwaar vertilde aan zijn schuldenlast.

Die verliezen heeft Credit Suisse niet meer goed kunnen maken. Kwartaal na kwartaal kondigde de bank nieuwe monsterverliezen aan. Op zondag voltrok zich het zwartste scenario, op een bankroet na: een overname door UBS. De voormalige ‘Union Bank of Switzerland’ was in de jaren negentig zelf nog bijna overnameprooi van Credit Suisse. Later, tijdens de kredietcrisis, moest UBS gered worden door de Zwitserse overheid, terwijl de concurrent de crisis redelijk ongeschonden doorkwam.

En nu zwaait UBS-topman Ralph Hamers, ex-baas van ING, plots de scepter over twee banken. “De overname betekent dat we stabiliteit en veiligheid terugbrengen voor de klanten van Credit Suisse,” zei Hamers maandag, “maar ook dat we de reputatie van Zwitserland als financieel centrum hooghouden.”