De vrouw zette een bericht op sociale media over de tekening die door een docent in een klaslokaal was opgehangen. Na bedreigingen zag de betrokken docent zich genoodzaakt onder te duiken. Hij staat nog steeds niet voor de klas.
De verdachte beklaagt zich in het gewraakte bericht over de prent waaruit volgens haar een gebrek aan respect spreekt. De prent is gemaakt na de aanslag op de redactie van het satirische weekblad Charlie Hebdo in Parijs. Een aantal leerlingen zag er de profeet Mohammed in en eiste dat de tekening vanwege 'godslastering' zou worden verwijderd.
In een uitvoerige brief aan de officier van justitie zet advocaat Willem Jebbink uiteen dat zijn cliënte zich niet schuldig heeft gemaakt aan opruiing. "Dan moet er sprake zijn van het aanzetten tot enig strafbaar feit of tot geweld", aldus de raadsman. "Maar daarvan is in dit geval geen sprake."
De officier van justitie heeft het verzoek van de vrouw inmiddels ontvangen, maar wacht het onderzoek eerst af. Het onderzoek naar de spotprentzaak en de rol van de verdachte is nog in volle gang, vertelt een woordvoerder van het OM.
'Niet duidelijk waarom verdenking rechtvaardig is'
Volgens Jebbink is niet duidelijk gemaakt waarom de verdenking van opruiing rechtvaardig is. "Dat anderen kennelijk in de door cliënte geplaatste uiting aanleiding hebben gezien tot het doen van bedreigingen, kan haar niet worden aangerekend", zegt hij. "Haar uiting is qua toon niet virulent of ophitsend, maar juist beheerst, beschouwend en lijdzaam."
De advocaat zegt dat de vrouw "als iedere Nederlander beschermd is door de vrijheid van meningsuiting". Hij wijst erop dat de arrestatie grote gevolgen voor haar heeft gehad. "De zaak heeft in de media en in de politiek veel en zeer negatieve aandacht gekregen. Dat straalt nu allemaal op mijn cliënte af. Ik acht dat in het licht van de lichtzinnig aangenomen verdenking zeer kwalijk."
NUjij: Uitgelichte reacties