Een hogere Amerikaanse rechter heeft een streep gehaald door een eerdere uitspraak van mei vorig jaar, waarin was bepaald dat Qualcomm niet meer patentlicenties mocht bundelen met de levering van zijn modemchips. Het gaat hier om patenten over het maken van modems.
De FTC was van mening dat Qualcomm het met dit beleid moeilijker maakte voor concurrerende chipmakers, omdat de licentievoorwaarden bepaalden dat een fabrikant die een telefoon uitbracht met een modem van een andere fabrikant dan Qualcomm, alsnog gedwongen werd om royalties te betalen voor de standaard-essentiële octrooien van Qualcomm. Volgens de FTC komt dit neer op een extra belasting voor fabrikanten die chips afnemen van concurrenten van Qualcomm, omdat de producten van deze concurrenten hierdoor duurder leken dan de bundels van chips en patenten die Qualcomm aanbood. De toezichthouder kreeg een lagere rechter in mei vorig jaar aan zijn zijde.
In de nieuwe uitspraak stelt de rechter dat er in de zaak tussen de FTC en Qualcomm geen sprake is van een mededingingsrechtelijke overtreding en dat Qualcomm dus niet onwettig handelt als het smartphonemakers additionele licentiekosten voor zijn patenten in rekening brengt als zij modemchips willen afnemen. De rechter oordeelt dat het de zogeheten no licence, no chips-beleid geen additionele toeslag in het leven roept voor de verkoop van modemchips van concurrenten en hij vindt dat er daarmee geen sprake is van het ondermijnen van de concurrentie.
Deze uitspraak betekent dat Qualcomm niet meer te maken heeft met de eerdere verplichting om opnieuw te onderhandelen over licentieovereenkomsten met smartphonefabrikanten, wat Qualcomm waarschijnlijk veel geld zal besparen. Volgens Bloomberg heeft de FTC in een verklaring aangegeven teleurgesteld te zijn over de nieuwe uitspraak. Qualcomm heeft in een e-mail laten weten dat de rechter het businessmodel en het patentlicentieprogramma van Qualcomm nu heeft gevalideerd, waarmee volgens Qualcomm zijn 'enorme bijdragen aan de industrie' worden onderstreept.