Sinds het begin van de coronacrisis is het aantal ICT'ers dat vanuit huis werkt zeker verdubbeld. Ook mensen met een creatief, taalkundig of pedagogisch beroep werken relatief vaak vanuit huis. Wie het minst vaak thuiswerken? Timmerlieden, kappers en medewerkers in de logistieke en agrarische sector.
Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De resultaten zijn weinig verrassend. Vooral het aantal thuiswerkende ICT'ers is snel gestegen. Inmiddels werkt zo'n veertig procent van hen nu vanuit huis, een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar.
Creatieven en taalkundigen
Managers, werknemers met een creatief of taalkundig beroep en werknemers met een pedagogisch beroep werken ook relatief vaak vanuit huis. Het aandeel thuiswerkers was bij al die banen al vrij hoog, met zo'n 35 procent.
Bij managers en werknemers met een pedagogisch beroep is het aantal thuiswerkers ook ongeveer gelijk gebleven. In de creatieve en taalkundige beroepen is het aantal thuiswerkers gestegen van zo'n 26 procent vorig jaar naar bijna 36 procent dit jaar.
Nauwelijks thuiswerken
Wie nauwelijks thuiswerken? Werknemers met technische of dienstverlenende banen zoals timmerlieden, loodgieters, schoonmakers en kapper. Ook mensen die in de logistieke sector werken kunnen niet of nauwelijks thuiswerken.
Bij het onderzoek van het CBS gaf 20 procent van de ondervraagden aan in de afgelopen weken werk mee naar huis te hebben genomen. Eerder gold dit voor slechts zo'n 10 à 15 procent van de medewerkers.
