Supermarkten mogen geen camera's met gezichtsherkenning inzetten zonder toestemming van klanten. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft de branchevereniging aangesproken om zo Nederlandse supermarkten te waarschuwen tegen de inzet van dergelijke camera's.
De Autoriteit Persoonsgegevens zegt dat het de afgelopen tijd verschillende signalen heeft gekregen dat supermarkten camera's met gezichtsherkenning in willen zetten. In een supermarkt gebeurde dat al. De privacytoezichthouder heeft die supermarkt aangesproken. De supermarkt heeft daarna het systeem uitgezet.
De AP heeft de brief naar het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel gestuurd. De toezichthouder vraagt de branchevereniging de aangesloten supermarktketens op de hoogte te stellen van de regels, en op te letten of ze die volgen.
In de brief verwijst de AP naar de privacywetgeving. Onder de AVG zijn camera's met gezichtsherkenning en andere biometrische data 'bijzondere persoonsgegevens'. Voor het verzamelen daarvan gelden strenge regels.
"De AP ziet onder de AVG zeer weinig ruimte om camera's met gezichtsherkenning in te zetten", staat in de brief. Gezichtsherkenning mag alleen worden ingezet als klanten daar uitdrukkelijke toestemming voor geven. Ook zou het in theorie mogen als er een 'zwaarwegend algemeen belang' is, maar de AP schrijft dat dat in het geval van supermarkten hoogstwaarschijnlijk niet het geval is.
De AP gaat ook contact opnemen met leveranciers van dergelijke camera's. Die hebben op zichzelf geen verplichting om klanten te adviseren, maar in het verleden is vaker gebleken dat klanten op hun advies afgaan.
Dat gebeurde bijvoorbeeld bij het bedrijf dat een AVG-boete kreeg voor het verzamelen van vingerafdrukken. Het bedrijf verwees in zijn verdediging onder andere naar de beperkte informatie die het van de leverancier kreeg over naleving van de privacywet.